Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen gebood de koning van Assyrie, zeggende: Brengt een [49]der priesteren daarheen, die gijlieden van daar weggevoerd hebt, [50]dat zij henentrekken, en wonen aldaar; en dat hij hun lere de wijze des Gods van het land. 49. Dewelke waren, niet de Levietische priesters, maar die de koningen Israels uit de geringsten des volks gemaakt hadden, 1 Kon.12:31. 50. Namelijk, de priester met zijn gevolg, dienaars en huisgezin; of met degenen, die hem geleidden.